Hij werd geboren te Berg op 25 februari 1911 en overleed als politiek gevangene in het kamp van Neustadt-Holstein op 15 mei 1945 (net 5 dagen na de bevrijding).

Hij werd door de Gestapo aangehouden en weggevoerd op 12 augustus 1943. De Gestapo is de afkorting voor Geheime Staatspolizei, was de politieke en geheime politie van nazi-Duitsland, die optrad tegen politieke en radicale 'volksvijanden'. Iedereen werd ertoe verleid zijn naasten, buren en vrienden te verraden en aan te geven.

Het concentratiekamp Neustadt in Holstein in Schleswig-Holstein (Noord-Duistland) is een 'Ausserlager' van het concentratiekamp Neuengamme. Tienduizend krijgsgevangenen uit gans Europa werden in de tweede helft van de oorlog als arbeidskrachten weggevoerd naar onder meer de 60 buitenkampen van het hoofdconcentratiekamp Neuengamme (zo'n 18 km van Hamburg). De krijgsgevangenen werden tewerkgesteld in de bunkerbouw, oorlogsinstellingen, fabrieken van vliegtuigen en industriële voorzieningen. Ook voor het puin ruimen en het onderhoud van de wegen werden deze gevangenen ingeschakeld. Maar de onhygiënische arbeidsplaatsen en slaapbarakken en de slechte voedselbevoorrading maakten de arbeid van deze mannen ondraaglijk en mede daar bovenop de SS-terreur, maakte het voor de gevangenen haast catastrofaal.

Uiteindelijk vond in het concentratiekamp Neuengamme met zijn buitenkampen, van de ongeveer 100.000 gevangenen - onder wie ook ongeveer 13.500 vrouwen in de buitenkampen- meer dan de helft de dood. Er wordt vandaag geschat dat ongeveer 55.000 mensen stierven in het kamp of bij de ontruiming daarvan op het einde van de oorlog. Ook stierven nog heel wat gevangenen in de maanden na de bevrijding aan de gevolgen van hun gevangenschap. Van de gevangenen die na de bevrijding stierven was August Meys er één van. Hij stierf net 15 dagen na de bevrijding van het kamp.

Het stoffelijk overschot van August werd gerepatrieerd op 15 november 1958 en op de gemeentelijke begraafplaats van Berg begraven op 7 februari 1959.