ProjectenWO 2: burgerslachtoffers |
Hij werd geboren te Kampenhout op 26 augustus 1889 als zoon van Arnoldus Josephus Vanhorenbeeck en Joanna Ludivica Vanhorenbeeck (volgens zijn geboorte-uittreksel van Kampenhout). In een brief gericht aan het Ministerie van Landsverdediging om een oorlogsmedaille te bekomen, schrijft hij als geboortedatum 26 september 1889. Hij woonde eerst op de Haachtsesteenweg 11 en op 10 februari 1921 aan de Aarschotsebaan 34 te Kampenhout-Relst. Hij was gehuwd met Martha Maria Gypers.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog deed hij zijn verplichte militaire dienst als milicien van de lichting 1909. Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij ingelijfd als soldaat Eerste Klasse bij het 3de Regiment Lanciers.
Zijn volledige militair dossier is te vinden op deze website onder het thema 'Eerste Wereldoorlog': zie fiche (documentatiecentrum > Lokale geschiedenis > WO I).
Hij kwam om het leven tijdens een luchtbombardement op de vormingsstation van Schaarbeek op 30 mei 1944. In 1943 werden, na een bevel van de Duitse bezetter, Belgische arbeiders opgevorderd om dwangarbeid te gaan verrichten in Duitsland. Het station werd toen een draaischijf voor deportaties. Om dit te verhinderen, ging het verzet vol overtuiging over tot sabotageacties om het vertrek van de treinen te vertragen en mensen te helpen ontsnappen. In 1943 en 1944 werden spoorinstallaties, ook die van Schaarbeek, gebombardeerd door de geallieerden. De bombardementen van 8, 11 en 30 mei 1944 maakten veel burgerslachtoffers in de wijken tussen het station van Schaarbeek en het Noordstation. De vernielingen en de dodentol waren zo groot dat kardinaal Van Roey (zoals de Franse bisschoppen) eind mei 1944 een "herderlijke brief" terzake richtte aan de geallieerde politieke verantwoordelijken. Hij vond dat hij de zware materiële verliezen en dodelijke slachtoffers ten gevolge van de vele raids aan de kaak moest stellen.
Lodewijk werd begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Kampenhout.