475 jaar bestaat de gilde. Vierhonderdvijfenzeventig !!! Als dat geen reden is om te feesten! Heemkring Campenholt en Sint-Sebastiaansgilde Kampenhout nemen de gelegenheid te baat om samen een prachtige tentoonstelling te organiseren in de Glazen Zaal, en dit op 21 en 22 mei 2016. Zodra ik de zaal binnenkom, steven ik natuurlijk allereerst op onze eigen heemstand af.
Jean-Pierre Magdaleens is daar al druk aan het werk:
Even verderop zie ik mijn goede vriend Huub Van der Steld staan die ook van dienst is. Komaan jongens, de werkers even samen op de foto!
Al snel gaat de aandacht echter naar het doel waarvoor we hier zijn: 475 jaar gilde! Vrijdag was de vernissage van de tentoonstelling, met toespraken van Rudi Van Ingelgom, Kris Leaerts en iemand van de gilde. De heemkring was vertegenwoordigd door Gerry Croon, Huub Van der Steld en Paul Behets. Gerry mag hier echt wel vernoemd worden als de persoon bij uitstek die deze tentoonstelling heeft samengesteld en opgebouwd.
Alle genodigden hadden eerst de tentoonstelling al kunnen bewonderen. Daarna werd een triptiek van vijf meter breed van plaatselijk kunstenaar Benni Peeters onthuld, en werd de bijeenkomst afgerond met een drankje en een hapje.
(Bovenstaande foto’s werden bezorgd door de kunstenaar zelf) |
Zaterdag en zondag staan de deuren dan open voor het grote publiek. Meer nog dan de bij binnenkomst centrale tentoonstellingskast, zijn de vaandels het eerste wat me in het oog springt. Zoveel vaandels van eenzelfde vereniging, het doet me met verstomming staan.
De tentoonstelling is bijzonder mooi opgeluisterd met allerlei voorwerpen van de gilde en diverse informatiepanelen. Het moet gezegd: zelfs de grootste leek krijgt hier een duidelijk beeld over de eigenschappen en de geschiedenis van de gilde. Felicitaties aan de organisatoren, ze kunnen alvast op heel wat belangstelling rekenen.
Enkele woordjes over het ontstaan van de gilde. Het eerste paneel maakt de bezoeker al meteen een stuk wijzer: “In de meeste middeleeuwse dorpen werden schuttersgilden opgericht. Deze gilden konden ingezet worden om de inwoners van de parochie te ‘beschutten’, om te beschermen. Vaak wordt dit alleen in verband gebracht met ‘schutters’ in de betekenis van ‘schieters’, dus iemand die pijl en boog hanteert. De interpretatie is echter ruimer. Algemeen mag aangenomen worden dat schuttersgilden ontstaan zijn als noodzaak om zich te kunnen verdedigen tegen indringers. De weerbare mannen werden verenigd in ‘besloten genootschappen’, zogenaamde ‘gildonia’, waarvan het begrip ‘gilde’ is afgeleid”.
In 1541 reeds organiseerde de gilde in Kampenhout een tornooi dat enkele dagen duurde. Meerdere dagen, dat betekent meteen dat het een bloeiende gilde was. De St.-Sebastiaansgilde bestaat dus minstens 475 jaar en is daarmee de oudste vereniging van Kampenhout. Uit het groot gerechtelijk onderzoek van 1389 blijkt echter dat er zelfs al schutters uit Kampenhout deelnamen tijdens het beleg van Leuven in 1382-1383. En ook verhalen uit 1538 doen de ronde: op zijn doorreis naar Duitsland dat jaar, zou keizer Karel V door Kampenhout getrokken zijn, waarbij de Sint-Sebastiaansgilde een erewacht zou gevormd hebben terwijl de bevolking de keizer toejuichte alvorens hij ging overnachten in kasteel Ter Loonst.
We kunnen echter niet aan het ontstaan van de gilde voorbijgaan zonder het ook even te hebben over hun patroonheilige St.-Sebastiaan.
In de derde eeuw na Christus zou St.-Sebastiaan kapitein geweest zijn van de Praetoriaanse garde van de Romeinse keizer. Toen hij zich echter openlijk tot het christendom bekeerde, werd hij op bevel van de keizer aan een paal gebonden en door boogschutters geëxecuteerd. De “Legenda Aurea” omschrijft dit zelfs zeer beeldend als: ‘ze schoten zoveel pijlen op hem af dat hij erbij stond als een egel’. Het attribuut van Sint-Sebastiaan (de pijl) maakte hem tot ideale patroonheilige voor schuttersgilden. Het Sint-Sebastiaansbeeld (zie foto) wordt bewaard in de kerk van Kampenhout. Een ander paneel leert ons wat meer over een gildebestuur. Vooreerst is het zo dat een gilde geen voorzitter heeft, maar een hoofdman. De hoofdman heeft de algemene leiding over de gilde. De Kampenhoutse hoofdmannen blijken vanaf de vroegste vermelding steeds uit de bewoners van het kasteel van Wilder gekozen te worden. Het is de hoofdman die aan de gilde de ‘gildebreuk’ schenkt (sieraad met wapenschild, ook koningsbreuk of gildebraak genoemd), alsook vaandels. De Kampenhoutse gilde beschikt nog steeds over haar gildebreuk van 1652. |
(Foto’s: Ellen Ogez; de middelste foto is een uitvergroting van de foto op het paneel) |
De gilde heeft echter ook een gildeboek. Het gildeboek vangt aan in 1755. Vanaf 1761 werden door de dekens alle rekeningen nauwkeurig genoteerd. Op de tentoonstelling zien we een prachtige mannequin van zo’n deken. Even verderop vinden we het gildeboek, versierd met de vijf getekende blazoenen van de zeven gekende hoofdmannen. Prachtig!
Naast het gildeboek bezit de gilde een Caert. Dit document (papier op een linnen rol) kan je als een reglement interpreteren. Het bevat 26 artikels waarin de afspraken vastgelegd worden. Ook de gilde-eed staat hierin onderaan vermeld. Deze eed is geheim en alleen gekend bij gildebroeders en gildezusters.
Tot in 1969 bevond dit uitzonderlijke document zich op het kasteel van Wilder. Maar in datzelfde jaar werd de Caert ter bewaring gegeven aan de gilde door hoofdman graaf Baudouin de Broqueville. Ook in dat jaar schonk de hoofdman zijn gilde een nieuw vaandel en mocht de gilde de titel ‘Koninklijke Maatschappij’ in ontvangst nemen.
Natuurlijk kan men niet denken aan de gilde zonder ook te denken aan de gildefeesten. Een heel bijzonder feest van de Kampenhoutse St.-Sebastiaansgilde vond plaats in 1991 voor de viering van het 450-jarig bestaan. De festiviteiten werden ingezet met het keuren van het bier, een aloud gebruik. De gilde trok toen naar de toenmalige Brouwerij Biertoren (Brouwerijstraat) om het bier op voorhand te proeven. Het gildevat werd gestoken door de dekens Victor van Ingelgom en Jozef Peeters. Eens het bier geproefd en goedgekeurd, werd de stop terug in het vat gestoken en werd dit met een versierde kruiwagen naar het gildelokaal (Café Bloemenhof) gebracht. Tijdens de zomer 1991 was er een grote stoet met de aanwezigheid van binnenlandse en buitenlandse gilden en was het gemeenteplein de locatie van volksvermaak. De kranten stonden er toen vol van.
Maar ook vandaag kunnen de bezoekers nog even van de sfeer van toen proeven. Achter enkele panelen is er immers een kleine bioscoopruimte gecreëerd waar men kan genieten van de film over het gildefeest in 1991. Zelf word ik vooral bekoord door de volksdansen in schitterende kostuums in het centrum van Kampenhout.
De zomerse viering dit jaar zal zeker niet minder zijn dan die in 1991. Wat ik al over de planning gehoord heb, wijst nu reeds op de belofte van een overdonderend succes, waarin ook heemkring Campenholt op uiterst verrassende manier uit de hoek zal komen. De gilde is immers ook in 2016 nog zeer actief. Nog steeds houdt zij met haar 63 leden de oude tradities op prachtige manier in ere.
Uiteraard wordt de feestdag van Sint-Sebastiaan jaarlijks op 20 januari uitbundig gevierd tijdens een teerfeest. Eveneens jaarlijks neemt de gilde op paasmaandag deel aan de paardenprocessie van Hakendover en stappen de gildebroers en gildezusters op Pinkstermaandag gedurende dertien kilometer vooraan in de Boeteprocessie. Daar bovenop komt de gilde regelmatig samen om zich te bekwamen in volksdansen, vendelzwaaien en boogschieten, en wordt zoals vanouds om de drie jaar een koningsschieting georganiseerd.
Je zou voor minder lid willen worden van zo’n vereniging! Lid worden gaat echter niet zonder slag of stoot, er zijn bepaalde voorwaarden aan verbonden: men moet gehuwd zijn, van goed gedrag en zeden zijn, door twee leden aangebracht worden en een proeftijd doorlopen. Deze voorwaarden zijn nog steeds van kracht. Sinds 2000 kunnen echter niet-gehuwde maar samenwonende personen ook lid worden. De eedaflegging vindt meestal plaats tijdens het jaarlijks teerfeest. Hierbij houden de twee dekens een brandende kaars in de hand. Tussen hen in houden ze een gespannen boog. Dan roept de piekenier de nieuwe leden binnen. Voorafgegaan door de trommelaar worden ze de kamer binnengelaten en nemen ze plaats voor het gildebestuur. Op verzoek van de koning leggen ze de vingers op de pees van de gespannen boog voor de eedaflegging. Daarna dienen ze de door de griffier uitgesproken gilde-eed te herhalen. Na een luid ‘bravo’ nodigen de koning en de koningin de nieuwe leden uit ten dans en noteert de griffier de namen van de kersverse leden in het gildeboek.
|
Behalve de informatiepanelen, zijn er ook heel wat prachtige voorwerpen te bewonderen op de tentoonstelling. Zelfs een onwaarschijnlijk ongeïnteresseerde enkeling raakt hier zonder enige twijfel direct geboeid door wat hij ziet en leest en zal de zaal niet zonder overtuigd kijkplezier verlaten. In dit artikel maken we slechts een kleine selectie van de tentoongestelde pareltjes.
Wat echter zeker in het oog springt, is de triptiek van Benni Peeters, schuilnaam Bernard Martin.
Het realiseren van elk paneel op zich moet werkelijk een immens werk zijn geweest. Met belangstelling lees ik het uitlegblad rechts naast het kunstwerk:
"Dit kunstwerk is van de hand van kunstenaar Bernard Martin. De zijpanelen zijn twee meter breed op één meter hoogte. Het middenpaneel is anderhalve meter breed en twee meter hoog. Geopend is het drieluik dus vijf en een halve meter breed. Het werd gecreëerd op vraag van de Sint-Sebastiaansgilde. Op de triptiek zien we de gildebroeders en –zusters van Kampenhout. Het werk is gebaseerd op foto’s van de leden die de kunstenaar in een passende compositie bij elkaar geplaatst heeft. De stijl is hedendaags figuratief contemporain. De figuren zijn na een voorstudie in houtskool, met penseel op het doek getekend. Vervolgens zijn de figuren vrij Fauve geschilderd, de gezichten zijn met gemengde technieken verwerkt op een ondergrond van acryl en afgewerkt met een sfumato in olie. Van samenstelling tot afwerking zijn er drie jaren en zes maanden voorbijgegaan".
Pas nu krijg ik ook het voorbereidend werk in het oog dat aan de balkonreling van de eerste verdieping hangt:
Mijn appreciatie voor het werk stijgt met de minuut. Vooral, recent nog heb ik zelf een jarenlange opleiding aan de kunstacademie afgerond, en ik realiseer mij dus ten volle hoeveel tijd en energie Benni hier moet ingestoken hebben. Nog terwijl ik het geheel van het werk sta te bewonderen, zie ik warempel Benni zelf de Glazen Zaal binnenkomen. Zowel uit persoonlijke interesse als uit een voor de heemkring eeuwige zucht naar informatie, kan ik het niet laten om even met Benni (°24/09/1943) een praatje te gaan maken.
Het wordt een aangenaam en boeiend gesprek.
Hij vertelt me de details over het realiseren van het kunstwerk, over zijn opleidingen, over de stockageproblemen van zijn werken – we zitten meteen op dezelfde golflengte want ook ik word geconfronteerd met dit soort problemen – en over zijn en mijn gegooid worden tussen ontspanning en stress bij het maken van een werk, ‘bijwerkingen’ die we allebei maar al te goed kennen.
Volledigheidshalve wil ik de lezer dan ook graag een korte samenvatting van het palmares van Benni Peeters gunnen:
Na 34 jaar leraar tekenen en schilderen, op rust 18 jaar lid van de centrale examencommissie (binnen het vak) Vakken: tekenen, schilderen, publiciteitsgrafiek, decor en standenbouw Opleiding:
Tentoonstellingen:
|
Na deze aangename babbel, begeef ik mij terug naar onze heemstand waar ik een uurtje de permanentie overneem zodat mijn collega’s Huub en Jean-Pierre even kunnen verpozen of de gewenste sociale contacten wat kunnen verzorgen. Behalve onze eigen publicaties zoals onze jaarboeken en mijn eigen boek “Verraderlijk speelgoed – Kampenhout tijdens WO II” liggen er, losstaand van de vele paneelfoto’s, ook enkele fotoalbums van de gilde op onze tafels.
Dat zowel de fotoalbums als onze jaarboeken op ware interesse kunnen rekenen, is duidelijk een feit:
Met dank aan het aanwezige publiek!
Nog dezelfde avond stuurt medehemer Huub Van der Steld me een evaluatie-overzichtje toe om op te nemen in het verslag:
|
Het is duidelijk: het is een geslaagd weekend geweest!
Met dank aan coördinator van de tentoonstelling Gerry Croon, aan de medewerkers van de St.- Sebastiaansgilde en van heemkring Campenholt, en vooral aan de vele geïnteresseerde bezoekers!
Persberichten:
Als toemaatje hieronder nog een fotoreeks van Eric Bonckaert. Klik op de foto's om te vergroten