De oude kerk (1125 ? - 1870)
In 1125 wordt voor het eerst melding gemaakt van de O.-L.-Vrouwparochie. In dat jaar gaf bisschop Burchard Van Kamerijk in een oorkonde het 'personaat' van de parochie over aan de benedictinessenabdij van Kortenberg, op vraag van abdis Ida.
Van de oude kerk kan zich moeilijk een beeld gevormd worden. Slechts enkele iconografische bronnen zijn bewaard gebleven, zoals een tekening door Vincent Anthony (ca. 1650). De verwoestingen aan het gebouw door de vele oorlogen en de beperkte geldelijke middelen maakten dat men niet kon overgaan tot een grondige restauratie, zodoende dat het gebouw in 1870 bouwvallig was en omwille van de veiligheid van de gelovigen vervangen moest worden.
De nieuwe kerk (1870-1875)
De huidige neogotische kerk werd in 1875 ingewijd. De architect, Gustave Hensotte (1827-1886), kreeg hiertoe de opdracht. Hij studeerde aan de École des Beaux-Arts in Parijs, waar hij leerling was van Hippolyte Lebas, tussen 1847-1852. Wellicht kwam hij rond 1850 naar België, kort voor hij in dienst trad bij de provincie Brabant. Naast die van Kampenhout ontwierp hij ook de kerken van Sint-Servaas te Schaarbeek en Sint-Gertrudis te Etterbeek (echter gesloopt) alsook de kerken van Machelen, Wolvertem, Diegem, Affligem.
Het grondplan bestaat uit een Latijns kruis. Het transept meet 26,7 m en de afstand tussen koor en westertoren bedraagt 59,8 m. Deze vierkante toren meet tot aan de weerhaan 47,6 m. Het middenschip, gekneld tussen deze toren en meer oostelijk georiënteerde transept, telt vijf traveeën. Het koor telt op haar beurt twee traveeën en eindigt op een driezijdige koorsluiting. De gehele kerk is opgetrokken in een roodbruine baksteen, afgezien van de basementen van de gevels die in een witte natuursteen en de dakbedekking die in een zwarte natuurleien zijn aangebracht. De afzaten op de naar boven toe verjongende steunberen zijn in blauwe hardsteen opgetrokken.
Exterieur
De hoofdingang is aangebracht in de onderste geleding van de toren. In het spitsboogvormig portaal is een reliëf met een Madonnavoorstelling in neoclassicistische stijl uitgehouwen. Rechts onderaan werd de signatuur 'J. Laumans 1875' (1823-1902) aangebracht.
OLV kerk - portaal |
OLV kerk - toren |
OLV kerk hoofingang 2004 |
OLV kerk na restauratiewerken 2004 |
Interieur
Rechts van het tochtportaal (zuidelijke zijde), dat aanleunt tegen de voorhal, bevindt zich de doopkapel met doopvont uit 1853, gemaakt te Mechelen door Mr. Jacobs .Het deksel is vervaardigd door Nilo uit Merksem .
In de glasramen (laatste kwart 19de eeuw) van de zijbeuken en de twee ramen van de westelijke hoofdgevel zijn de 14 statiën van Christus weergegeven. Deze vervangt sedert 1875 de processieweg bij overlijden of in tijden van nood. De eerste statie vangt aan in de meest westelijke travee van het schip langs de noordelijke zijde. Onder de tondo waar een passietafereel is weergegeven, staan de namen van de schenkers vermeld en soms zijn de wapenschilden ervan weergegeven.
Langsheen beide zijbeuken telt men twee biechtstoelen, in 1874 door plaatselijke meubelmakers vervaardigd.
Alvorens vanuit de zuidelijke zijbeuk de aansluitende transeptarm te betreden, kan men het beeld met de patroonheilige van de schuttersgilde, Sint-Sebastiaan (1901) door C. Francesconi, bewonderen. Dit gepolychromeerd plaasteren beeld dat op een sokkel rust die aan de zijmuur is vastgehecht, vervangt een eikenhouten beeld uit 1620 van de hand van de Mechelse houtsnijder Haesaerts.
In de zuidelijke transeptarm hangt het reusachtige schilderij met de voorstelling van Rust op de vlucht naar Egypte mogelijk van de hand van G. De Craeyer (1584-1669), werkzaam in en rond Brussel. Dit werk is het enigste van de drie schilderijen die, zoals vermeld in de kerkrekeningen hingen in het hoogkoor van de oude kerk van voor 1870. Eén van deze twee verloren gegane werken stelde De hemelvaart van Maria voor en was op 14 mei 1638 aan de schilder Henderick De Smet betaald.
Links van dit werk staat een beeld dat de Heilige Familie (1902) voorstelt, rustend op een sokkel, door De Bie te Brussel vervaardigd.
In de oksel, gevormd door de zuidelijke transeptarm en het koor bevindt zich een ruimte waarin een altaar gewijd aan de H. Jozef. In de nis boven dit altaar staat een beeld van de H. Jozef die het kind Jezus op de arm draagt (laatste kwart 19de eeuw).
Het grote triomfkruis dat aan de oostelijke zijde van de viering hangt werd in 1904 gemaakt door de gebroeders Declerck uit Merelbeke en door Remi Goethals uit Gent van een laagje verf voorzien.
Het hoofdaltaar in Boomse baksteen dat zich voor de koorsluiting bevindt is bezet met kalk en werd in 2004 volledig opnieuw beschilderd volgens het originele plan Langs beide wanden van het koor prijkt een koorbank. De deur van het tabernakel is in veguld koper. De zes zilveren kandelaars werden in 1845 vervaardigd door Mechelse zilversmid D. Mars. Het glasraam boven het hoofdaltaar, geschonken als dank voor een genezing, stelt O.-L.-Vrouw van Kampenhout voor en werd in 1939 geplaatst door de gebroeders Charlier uit Leuven.
In de oksel, gevormd door de noordelijke transeptarm en het koor betreedt men de O.-L.-Vrouwkapel, waarin het in 1942 vernieuwde altaar staat. Het Mariabeeld werd ca. 1580 te Mechelen gemaakt. In 1893 werd het in zijn huidige staat hersteld.
Tussen de noordelijke transeptarm en aansluitende zijbeuk prijkt het beeld van de H. Antonius van Padua (1900), eveneens als gift geschonken.
De eikenhouten preekstoel draagt op de kuip afbeeldingen van de Goddelijke Zaligmaker en de vier evangelisten. Dit meubel dateert van 1651. Het klankbord daarentegen werd pas in 1876 door Pierre Vanderstappen gerealiseerd en geplaatst.
Het orgel boven het hoofdportaal bevat nog stukken van het orgel uit 1745 maar werd meerdere malen uitgebreid om te voldoen aan de "moderne"muziek. Het werd er terug geplaatst in 1882. Sinds 1975 is het echter in onbruik geraakt.
OLV kerk - interieur |
|
Gerry Croon, januari 2011
Referenties:
- Lauwers, Jos, Kampenhout, Hoofdmeierij en bakermat van Beethovens stam, Tielt, 1975.
- Lauwers, Jos, Geschiedenis van Berg, Buken, Kampenhout en Nederokkerzeel, Heule, 1992.
- Loo, Anne Van, Repertorium van de Architectuur in België van 1830 tot heden, Antwerpen, 2003.
- Maegd, Christiane De, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. 2n Vlaams Brabant Halle-Vilvoorde, Gent, 1975: 305-320.
- Verbesselt, J. Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw, dl. 11, Pittem, 1972.
- Wauters, Alphonse, Historie des environs de Bruxelles, dl. 2, Brussel, 1855.
|