Voormalig zogenaamd "Dellafaille kasteel" (Op het perceel begrensd door de Haachtse steenweg, de Lellebaan en de Molenstraat.)
Eertijds vormde het "hof te Lille" met het kasteel en de watermolen een leengoed van het hertogdom Brabant; in 1306 wordt sire Jan van Lille vermeld wiens bezittingen overgaan naar de familie van Schoonhoven en in 1483 naar het geslacht Hinckaert; in 1672 wordt het goed verkocht aan Ch. van Dongelberg, in 1702 vervalt het door vererving aan de Steelants en nadien komt het in het bezit van de familie Dellafaille; in de eerste helft van de 19de eeuw werd de nog bestaande slottoren gesloopt en het sedertdien afgebroken kasteel gemoderniseerd. Van de oorspronkelijke constructies blijven heden nog over: een aangepaste en in meerdere woningen verdeelde dienstvleugel (evenwijdig aan en zichtbaar van de Haachtsesteenweg); een haaks geplaatst voormalig koetshuis (Molenstraat); tussen beide constructies een verbindingsmuur en een vervallen dienstruimte; een verderop gelegen voormalige watermolen (Molenstraat) eertijds langs de nu verdroogde Molenbeek; de fraaie breukstenen omheiningsmuur van zandsteen is bewaard langs de Lellebaan, deels langs de Molenstraat met een haaks gedeelte lopend naar het koetshuis, waarin een steen met gebeeldhouwd mannenhoofd werd ingewerkt. De vroegere kasteelhoeve bleef eveneens behouden (zie Molenstraat nr. 2).
Voormalig koetshuis, aangepast tot woning; twee verdiepingen hoog gebouw afgedekt met een schilddak (pannen) met geprofileerde houten modillons, daterend uit de tweede helft van de 18de eeuw. Witgekalkte en bepleisterde baksteenbouw met gebruik van zandsteen onder meer voor de speklagen.
Voorgevel: drie later toegevoegde vensters op de begane grond, en in het midden spoor van een zandstenen rondboogpoortomlijsting (dichtgemetseld) met verankerde vlakke sleutel ien heden blind wapenschild; drie smalle steekboogvormige bovenvensters van zandsteen (tweede helft 18de eeuw). In de zijgevel, een gelijkaardig bovenvenster en een toegevoegde huisdeur (19de-20ste eeuw). Achtergevel met een afgeschuinde gepikte plint die naar links doorloopt in de buitenmuur van het vervallen gebouwtje (herbruikte muur van een oudere toestand, 16de of 17de eeuw?); voorts een centrale vroegere poort: dichtgemetselde rondboog (heden een 19de-eeuws venster) ingeschreven in een rechthoekige omlijsting met geprofileerde druiplijst, geflankeerd door twee smalle pilastertjes met topbekroning; erboven, een wapensteen (C.B. van Steelant) met jaartal 1766 onder een vierkant venstertje van zandsteen.
De zandstenen verbindingsmuur met de stallingsvleugel, voorzien van een afgeschuinde plint en schietgaten, resteert van een oudere toestand (middeleeuwse burcht?); bouwvallige aanhorigheid onder zadeldak (pannen).
Voormalige stallingsvleugel met uiterst links, een oorspronkelijk boerenhuis onder doorlopend zadeldak (pannen) met uitgewerkte houten modillons, die slechts plaatselijk bewaard bleven in de achtergevel. Zandsteenbouw in breuksteenverband, opklimmend tot de 17de eeuw. Witgekalkte voorgevel met gepikte plint en in het woondeel een hoge afgeschuinde sokkel. Rechthoekige vensters en deuren, aangebracht bij de inrichting tot meerdere woningen, doch een behouden getralied zandstenen venstertje met middenkalf; rechthoekige poort met houten latei doch zandstenen posten. Achtergevel van breuksteen met meerdere sporen van de oude muuropeningen; links (in puin vallend gedeelte), een vlak omlijste rondboogdeur met kwartholle dagkant en kleine vierkante venstertjes van zandsteen; rechts, sporen van gelijkaardige vensters en deuren (dichtgemetseld) en in het oorspronkelijk woongedeelte, twee kruisvensters met sponning en negblokken en met een ontlastingssysteem onderbroken met strek (gesinterde baksteentjes). Rechterzijgevel met afgeschuinde breukstenen sokkel die doorloopt van de verbindingsmuur, doch bovenbouw in baksteenmetselwerk met speklagen van zandsteen; twee schietgaten en een vierkant venstertje met negblokken onderaan, en een traditioneel topvenstertje; voorts bakstenen vlechtingen en een behouden schouderstuk links.
Verderop gelegen molenaarshuis: U-vormige constructie (zeer smal erfje) opgetrokken in traditionele stijl van de 17de-18de eeuw en afgedekt met zadeldaken (pannen). Hoofdzakelijk breuksteenbouw met gebruik van zandsteen voor de omlijstingen en van gesinterde baktseen voor de vlechtingen. Langsvleugel voorzien van een rondboogdeur aan de erfzijde en met recente vensters in de achtergevel; rechts, zijpuntgevel met een bewaard schouderstuk van zandsteen, bakstenen vlechtingen, een duiventil en twee getraliede zoldervenstertjes. De rechter haakse vleugel bewaart aan de erfzijde een dichtgemetseld kloosterkozijn met negblokken en een rechthoekig deurtje met geprofileerde consooltjes onder de latei; breukstenen zijgevel met schouderstukken en een beluikt vierkant venstertje van zandsteen doch vlechtingen en een overhoeks topstuk van baksteen. Linkervleugel met blinde erfgevel; achtergevel met vier rechthoekige vensters (weggebroken kruisen) waarvan twee van de voutekamer boven twee keldervenstertjes; dakrand opgevangen door geprofileerde houten modillons; zijpuntgevel van baksteen afgewerkt met gesinterde bakstenen vlechtingen en schouderstukken.
|