Documentatiecentrum - Patrimonium

Locatie: kasteeldomein Wilder

De enige constructie die in tuinkunstige termen als een 'fabriekje' kan worden beschouwd, is de Onze-Lieve-Vrouwekapel in de zuidpunt van het park, zoals de 'toren' van het kasteel eveneens met een gemansardeerd tentdakje op vier Korinthische zuiltjes, in de stijl van het gerenoveerde kasteel. Het werd gebouwd uit erkentelijkheid voor de behouden terugkeer van Raymond de Vinck uit de Eerste Wereldoorlog. Raymond de Vinck bleef vrijgezel, maar adopteerde een van de zonen van zijn zuster, graaf Baudouin de Broqueville (kleinzoon van graaf Charles de Broqueville en tweemaal Eerste Minister in 1911-1918 en 1932-1934), die in 1956 zijn intrek nam in het kasteel.

Militaire CV

Geboren in Brussel op 1 maart 1892 als zoon van Baron Georges Maria Ghislain de Vinck de Deux-Orp en van Maria Cornet de Grez d'Elsius. Hij was gedomicilieerd op het kasteel van Wilder (Wildersedreef 35) te Kampenhout en resideerde in Brussel aan de Kunstlaan 35.

Op 4 augustus 1914 kwam hij als vrijwilliger in het leger bij de Vestingtroepen te Namen. Hij werd te Namen gevangengenomen op 15 augustus 1914, maar kon ontsnappen en werd op 30 oktober 1914 via Nederland geëvacueerd naar Calais, waar hij werd toegevoegd als officier van het 'Corps des Interprètes' (Transmissietroepen). Hij werd onderluitenant en had het bevel over de militaire controles zoals telefoon, telegraaf, pers, cinema en veiligheid. Hij stond aan het hoofd van het departement met 70 officieren en 1200 burgers. Vanaf 1917 en dit tot november 1918 lag zijn eenheid rond Ieper en was ze de verbindingsdienst tussen het Belgische leger aan de rechterkant en het Britse leger aan de linkerkant. Na 11 november 1918 ging hij mee naar de sector Ohligs (bij Solingen) om tijdens de bezetting van Duitsland de rechtervleugel uit te maken van het Belgische leger. Hij demobiliseerde via het Universitair Korps op 15 augustus 1919.