Locatie: Nederokkerzeel - hoek Onze Lieve Vrouwstraat-Casemierstraat
Op het Laar komt men een classicistisch kapelletje tegen opgebouwd met zandsteen uit de naburige steengroeven en daterend van 1734. Bouwjaar op het fronton en in twee chronogrammen : "MarIa Wilt neDeroCkerzeel, Uwen BIJstant geVen en Eer Dat ghIJ van hIer Wegh VertreCkt, eerst Wees gegroet, Maria spreCkt". Verder een sobere pilastergevel voorzien van rechthoekige deur en geprofileerd fronton met vaasbekroning.
Rond 1720 heerste er op de parochie een 'quade sieckte' (cholera), die veel slachtoffers maakte. Een aloude volksoverlevering verhaalt dat het gehucht Laar gespaard bleef. De inwoners van de wijk hadden brede en diepe grachten gegraven, die de bewoners van het dorp niet mochten overschrijden. De niet-besmette bevolking van het Laar bood hulp door met lange stokken medicijnen, voedsel en kledingstukken naar de besmette bevolking kant aan te reiken.
Vroeger werd de kapel bijgestaan door 2 kastanjebomen, merkwaardig als men bedenk dat het aanplanten van bomen bij kapellen men traditioneel kiest men voor linden of eiken. De keuze voor een paardenkastanje is dus eerder ongebruikelijk. Oorspronkelijk werd de kapel geflankeerd door twee paardenkastanjes, maar na een zware storm in 1990 werd de boom aan de rechterkant verwijderd" In 2015 werd ook vastgesteld dat de overblijvende kastanjeboom, door ziekte aangetast, dringend verwijderd diende te worden. De zware takken stonden op het punt af te breken en dreigden de kapel ernstig te beschadigen. Gedurende de renovatie van de kapel werd ook de groenzone rond de kapel aangepakt en werden twee zomerlinden aangeplant, ter vervanging van de kastanjebomen.
Het eikenhouten Onze Lieve Vrouwbeeldje met Kindje Jezus (1ste helft 16de eeuw) door kunstschilder Oscar Algoet in 1934 opnieuw gepolychromeerd, werd tijdens de nacht van 12 op 13 mei 1975 door onbekenden gestolen en werd vervangen door een beeldje gemaakt door Albert Willems (+ 2003). Het oude beeldje werd gerestaureerd ter gelegenheid van 200 jaar kapel van Laar. Op zaterdag 13 juni 2009 zette men met het oud Marialied uit 1934 in om 275 jaar kapel van Laar dik in de verf te zetten. Wat tijdens de viering in 2009 nog een betrachting was, werd enkele jaren nadien (2015) werkelijkheid en kunnen de buurtbewoners ieder jaar weer op 17 mei de rozenkrans bidden bij een mooi ogende kapel.
De kapel werd grondig aangepakt: nieuwe voegen werden aangebracht, gevels werden geïnjecteerd tegen opstijgend vocht, de zwaar verweerde stenen aan de toegangsdeur werden vervangen door soortgelijke, inscripties werden terug duidelijk leesbaar ingekapt en het natuurleien dak werd volledig vernieuwd.
De deur werd opnieuw in een grijsgroene kleur geverfd. Bij het zoeken naar resten van de oorspronkelijke kleur werden verschillende kleuren ontdekt. De laatste (dus jongste) verflaag was donkerbruin, daaronder zat een roodbruine kleur, voorafgegaan door een lichtgroene kleur. Hieronder lag een donkergroene kleur en daaronder als oudste dus een grijsgroene kleur.
In de kapel, onder het altaar, leest men de inscriptie: "Eer dat gij van hier weg vertreckt eerst Wees gegroet Maria spreekt". Het 18de eeuws altaarretabel van de kapel was tevens ook in slechte staat. Kunstenaar en restaurateur Benni Peeters heeft in overleg met het gemeentebestuur een dringende onderhoudsbeurt op zich genomen. Eerst werd het retabel ingesmeerd met een vernis tegen houtworm en ingepakt weggelegd voor een periode van anderhalve maand, om alle ongedierte te doden. Daarna werd het grijze hout ingestreken met een oplossing van oxaalzuur zodat het terug een oorspronkelijke warme houtkleur kreeg. Hierop volgde nog een laag vernis (geen verf) waardoor het pronkstuk er weer jaren tegen kan. Enkele herstellingen aan het houtwerk zelf werden door Daniël De Prins uitgevoerd.
Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand.
De naam en de afbeelding gaan terug op een Byzantijns schilderij uit de 14de eeuw dat vereerd werd op Kreta en bij de inval van de Turken verhuisde naar Rome waar het in 1499 in de Sint-Mattheuskerk werd opgehangen. Na de vernietiging van de kerk eind 18de eeuw belandde het schilderij in 1866 in de Sint-Alphonsus van Liguorikerk. De bevordering van de devotie tot Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand werd in datzelfde jaar aan de redemptoristen toevertrouwd door paus Pius IX. Maria houdt het Christuskind op de linkerarm en omvat met de rechter de hand van haar zoon. Zij draagt een kroon en een blauwe sluier met twee sterren. Ook het Christuskind is gekroond. Links en rechts van Maria's hoofd dragen engelen de lijdenswerktuigen van de Heer. Door het presenteren van de lijdenswerktuigen, zegt de overlevering zou het Kind zodanig geschrokken zijn dat een van zijn schoentjes is losgeschoten zoals duidelijk zichtbaar is.