Werkgroep Beken o.l.v. Hubert Gulinck
Beken zijn erfgoed, indicatoren van het milieu, dragers van natuurwaarden en boeiende landschapselementen. Ze verdienen onze verhoogde aandacht: door aangepaste beekbegeleidende structuren en aanplantingen die het beheer niet hinderen, door een goede toegankelijkheid gekoppeld aan ondermeer het netwerk van de trage wegen, en door de opwaardering van de beeknamen. Dit laatste kan gematerialiseerd worden door het plaatsen van naamborden, een traditie die in onze regio grotendeels verloren is gegaan.
In de nabije toekomst zullen nieuwe naamborden geplaatst worden, conform in stijl met deze van de trage wegen. Dit is een project van de Heemkring Campenholt, in samenwerking met de gemeente Kampenhout, Natuurpunt afdeling Kampenhout, het Regionaal Landschap Dijleland en vzw Trage Wegen en ondersteund door de Provincie Vlaams-Brabant. De naamborden zullen te zien zijn op goed uitgekozen plekken waar beken en wegen elkaar kruisen. Op de naamborden zal een QR-code staan die verwijst naar deze webpagina. Zo kunnen wandelaars via deze weg gemakkelijk met hun smartphone of tablet informatie over een bepaalde beek opzoeken.
De naamplaten tonen de officiële beeknaam volgens de Vlaamse Hydrografische Atlas. Eventueel daaronder staande namen zijn bekend uit historische bronnen, een enkele keer nieuw bedacht.
Op 17 oktober 2021 vond er een themadag omtrent onze beken plaats met verschillende lezingen en de opening van de tentoonstelling 'Wegen ontmoeten beken'. Van 19/10/2021 tot 07/11/2021 was die toegankelijk voor het grote publiek. Meer info hieromtrent onderaan deze pagina.
De Barebeek heeft een parcours van bijna 16 km doorheen meerdere gemeentes en is een van de belangrijkste beken van Midden-Brabant. De beek bepaalt over 2 km de grens tussen Kampenhout (Berg) en Steenokkerzeel (Perk). Over die lengte werd ze in 1963 gekanaliseerd, maar de gemeentegrens volgt nog steeds de oorspronkelijke kronkelende loop. De Barebeek begint niet zoals de meeste andere beken met een eigen bron, maar wel waar de Molenbeek (Lellebeek), een Leibeek uit Perk en de Veerlebeek uit Steenokkerzeel samenvloeien in het mooie formele bosdomein tussen Lelle (Berg) en Perk (zie Westelijke Molenbeek). De beek gaf haar naam aan de 'Watering der Barebeek', opgericht in 1923. Deze watering beheert in haar ambtsgebied, gelegen over delen van de fusiegemeenten Steenokkerzeel en Kampenhout, waterlopen en de waterhuishouding in het landbouwgebied.
De dorpskernen van Elewijt en van Hofstade liggen elk binnen een grote bocht van de beek. Net voorbij Elewijt liep de beek omheen het Rubenskasteel. Met de aanleg van de E19 werd de loop van de beek kortgesneden en naast de autosnelweg geleid. Vlak voor ze het domein Planckendael bereikt vertakt de Barebeek zich in twee armen die tenslotte in Muizen in de Dijle uitmonden.
Deze karaktervolle beek mondde ooit in de Zenne uit in plaats van in de Dijle. Door het opstuwen van de Zenne door haar eigen slib, als gevolg van bosrooiing en bodemerosie, werd de Barebeek gedwongen een andere loop te nemen richting Dijle. Maar nu nog stroomt de Barebeek - officieel behorend tot het Dijlebekken - voor een deel van haar traject in de alluviale vlakte van de Zenne.
Doorheen het Steentjesbos loopt een weinig opvallende beek, met het uitzicht van een rechte gracht, op de grens tussen Kampenhout (Berg en Kampenhout) en Boortmeerbeek (Schiplaken). In de 18de eeuw was dit nog een kronkelende beek. Ze markeerde de grens tussen het Hertogdom Brabant en de enclave van de Heerlijkheid Mechelen. Dit geeft dit beekje toch enige adellijke allure. Verder stroomt de beek langs de Sint-Isidorushoeve en het domein Terlinden (Schiplaken) om in de Barebeek uit te monden, vlak bij de ingang van het domein van Hofstade. Alternatieve namen van de beek zijn Zwarte Beek en Zwart Water. Via de Bergbeek zijn de bekkens van de Barebeek en de Weesbeek hydrografisch praktisch aan elkaar gekoppeld.
De beek met de korte naam 'Beek' is nog minder opvallend en kan beschouwd worden als een leigracht omheen Berg-Heide. Ze mondt uit in de Bergbeek, in het Steentjesbos.
Volgens Verbesselt markeert ze de scheiding tussen oude domeinen. Op de Villaretkaart (1748) wordt de grensbeek nog als een kronkelende beek voorgesteld. Op de Ferrariskaart (1770-1775) wordt ze afgebeeld als een gekanaliseerde loop tussen het Hertogdom Brabant en de Heerlijkheid Mechelen. Het ogenschijnlijk banale beekje krijgt hierdoor toch meer adellijke allures.
De Dodebeek (ook geschreven Dode Beek, Doodbeek) is 3,5 km lang en loopt geheel binnen de gemeente Kampenhout, van oost naar west, naar de Barebeek nabij het gehucht Bulsom. Tijdens de winter en na lange regenperiodes is dit trouwens allesbehalve een 'dode beek' en bovendien heeft ze een vrij indrukwekkende vallei in vergelijking met andere Kampenhoutse beken. De vallei is begroeid met afwisselend bos en grasland.
De beek begint zonder bron als een meestal droge, rechte gracht net ten noorden van de Geilroedeweg, waar deze de noordkant van de verkaveling Roodklooster markeert. Ze loopt door het Kerkebos om dan door het Rotbos te vloeien en vervolgens door een afwisselend landschap tot haar monding in de Barebeek (zie foto).
De beek vertoont een gekanaliseerd tracé, maar dit was vroeger anders, zoals kaarten uit de 18de eeuw tonen.
Misschien is de Dodebeek een afgesneden benedenloop van een vroegere Weesbeek die door de depressie van het Roodklooster liep. De Dodebeek mondt uit in de Barebeek en vormt ook met een segment van deze laatste één doorlopende vallei. We hebben te doen met een beek die nog heel wat mysteries bewaart.
De Dodebeek heeft een zijbeekje, gekend als een van de vele 'Leibeken', maar ook nog met een oudere naam 'Brouwerijbeek'. Dit beekje stroomt door het Lamanterbos en kruist de Votvinkenstraat vlakbij het voetbalterrein. De naam zou kunnen verwijzen naar een voormalige brouwerij die vermeld staat op een kaart van Kampelaar van 1643.
De Keibeek is bijna 2 km lang en ontspringt uit het Torfbroek waardoor ze indirect voorzien is van helder bronwater. Van daar tot haar monding in de Weesbeek vormt ze de grens tussen Berg en Nederokkerzeel. In het domein Terbronnen is ze gedeeltelijk herlegd en rechtgetrokken. Ze kruist er de Patrijzenlaan, de Van Bellinghenlaan en de Kasteellaan. In de literatuur treffen we een enkele keer de naam Koybeke aan en nu nog de naam Koubeek. Wellicht zijn dat dialectuitspraken van Keibeek. Er lagen vroeger immers veel keien in de beek die door uitdiepingen zouden verwijderd zijn. In de kroniek van List is een paar keren sprake van de Torfbroeck Leybeecke of de Torfbroeckxbeecke 'ten halve de Groote Dreeve naer Campenhout'. Deze dreef begon aan de Gursomstraat in een kaarsrecht traject noordwaards, en komt overeen met de huidige Van Bellinghenlaan. Het kan dus alleen maar gaan over de Keibeek die inderdaad deze laan halfweg kruist.
Twee lange Leibeken ontspringen kort bij elkaar in het Kareelbos, stromen dan op niet meer dan driehonderd meter van elkaar aan weerszijden van de veldgebieden Vlooienhoek en Paddezijp en monden opnieuw kort bij elkaar uit in de Weisetterbeek, in het natuurgebied palend aan de oude veilingsite. De oostelijke Leibeek is robuuster dan haar westelijke zusje en toont hier en daar ook een interessant zichtprofiel met struiken en bomen. Bovendien heeft ze een minder gekanaliseerde loop en lijkt ze minder op een leibeek in de technische zin van het woord. Ze is 4 km lang waarvan 2,5 in Kampenhout. Deze beek wordt ook benoemd als Lange Bosbeek. 'Lange Bosbeek' is thans nog de naam van een trage weg in de buurt. Deze naam is blijkbaar afgeleid van het Langenbos, een onderdeel van het Kareelbos. Een juistere alternatieve beeknaam is Langenbosbeek. Nog andere namen uit historische documenten zijn: Elsterbeke, Ransbeke en Cruysbeke. Ten zuiden van de Schoonstraat vormt de beek de grens tussen Erps-Kwerps (Kortenberg) en Veltem-Beisem (Herent) en ten noorden ervan de grens tussen de oude gemeenten Kampenhout en Buken.
Dit beekje van 1,6 km lang begint aan het voormalige gemeentehuis van Nederokkerzeel. In zijn eerste segment is het niet meer dan een smalle open riool. Het kruist onopvallend de Nieuwe Kassei en gaat over in de Listvijver. Bij uitvloeiing daaruit loopt het onder de Mostaardstraat en wordt dan een smal stromend beekje in een mooie groene omgeving, tot het in het domein van Wilder in de Weesbeek uitmondt.
Twee lange Leibeken ontspringen kort bij elkaar in het Kareelbos, stromen dan op niet meer dan driehonderd meter van elkaar aan weerszijden van de veldgebieden Vlooienhoek en Paddezijp en monden opnieuw kort bij elkaar uit in de Weisetterbeek, in het natuurgebied palend aan de oude veilingsite. Het westelijke Leibeekje heeft een vrij rechtlijnig verloop en is 3,2 km lang waarvan 2,4 in Kampenhout. In het open veld is het zichtbaar door het silhouet van de begeleidende vegetatie. Het passeert kort bij de historische hoeve Schaliëndakhof en loopt dan langs het kasteel Terloonst. Het is bovendien de beek doorheen het oorspronkelijke Relst, waar de Aarschotsebaan een S-knik maakt en waar de Weisetterstraat en de Paddesijp aansluiten. Een beetje meer noordwaarts, aan het kruispunt van de Weisetterstraat en de Grootblokwegel staat het schitterend witte Sint-Rochuskapelletje, vlak naast de beek. Dit is een van die half verdoken charmante hoekjes van de gemeente. Waarom zouden we dit ene sympathieke leibeekje niet mogen eren met een naam zoals Relstbeek, Terloonstbeek of Sint-Rochusbeek?
Op het naambord werd de naam Sint-Rochusbeek toegevoegd, maar dit is geen gekende historische naam.
Deze Molenbeek (niet verwarren met de Molenbeek die ontspringt in Steenokkerzeel) is bijna 18 km lang waarvan 6 km in Kampenhout. Ze ontspringt nabij het centrum van Kortenberg onder de naam 'Aderbeek'. Op de Ferrariskaart (1770) zien we ook de naam 'Opstalbeek' voor het traject doorheen Relst. Officieel mondt de Molenbeek uit in de Weesbeek, maar op oude kaarten en nu nog in Boortmeerbeek wordt het anders geïnterpreteerd: de Weesbeek mondt uit in de Molenbeek!
De Molenbeek heeft meerdere fascinerende kenmerken die haar uniek maken.
Vooreerst werd ze tijdens de middeleeuwen opgehoogd in een aarden wal, van Beisem tot aan de Balktmolen met de bedoeling een groter verval te bekomen voor de Heersemmolen (Veltem) en de Balktmolen. Niet minder dan drie keer werd ze via een aquaduct (een 'goot' in oude documenten) over een andere beek geleid, een unieke situatie. In Beisem over een Leibeek en dan twee keer over de Weesbeek.
Er bevinden zich talrijke historische monumenten en sites langsheen de Molenbeek: de historische Curtenberg of Eikelenberg (Kortenberg), de Abdij van Kortenberg (2), het kasteel de Merode (Everberg) (3), het Wijnegemhof (Erps-Kwerps) (4), het domein van Bellefroid (6), Beisem met het aquaduct over de Beisemse Leibeek (8), de Heersemmolen (9) aan de Leuvenstraat, de Stenen Goot over de Weesbeek (10), de Balktmolen (13), het kasteel van Wilder (14) met het derde aquaduct over de Weesbeek, de prachtige Beekkant vanwaar men het kasteel Terloonst ziet, de voormalige afspanning het Santvliet (15), het kasteel van Opstal (16) op korte afstand, de Molen van Servaes of Brughmolen (17) in Boortmeerbeek en de Donkhoeve (18) in Hever, beide laatste indien we de naam Molenbeek hanteren voor het laatste traject van de 'officiële' Weesbeek. Met een heerlijke overdrijving kunnen we de Molenbeek 'de Loire van Midden-Brabant' noemen.
De beek dooradert rijke natuurplekken, zoals het Silsombos en de bosrijke site 'Clarenbempt' waar de meanderende Molenbeek, Weesbeek en Weisetterbeek samenvloeien.
Deze Molenbeek (niet te verwarren met de andere Molenbeek/Aderbeek, Opstalbeek) ontspringt in Steenokkerzeel. De bron aan de Dijkstraat wordt constant gevoed door grondwater uit het Midden-Belgische plateau en is te zien en te horen in een ronde put in natuursteen (1). De beek heeft alternatieve namen: Papeweileibeek en Lellebeek.
De Molenbeek is 4,1 km lang waarvan ongeveer 2,5 km in Berg. Vlak voor de gemeentegrens dreef de beek een watermolen aan, de Overmolen (2). Het molenhuis bestaat nog steeds als een fraai woonhuis aan de Cornellekensstraat, maar de beek passeert er niet meer. Vanaf de site van de Overmolen werd de beek grondig herleid. In de vroege jaren '80 werd langsheen de Notelarendreef en de de Croixlaan het dwarsprofiel trapeziumvormig verdiept en verbreed, tegen piekafvoer grotendeels afkomstig van de luchthaven. Het relatief grote verval van de beek is verdeeld over kleine trapjes, die een fraai beeld geven van mini-watervalletjes. Ook aan de noordkant van de steenweg werd de loop van de beek herleid. Tot in de vroege 20ste eeuw stroomde ze naar de molen van Lelle (3) die verdwenen is omstreeks 1905. Het molenhuis bestaat nog als een gerenoveerd woonhuis.
De molenvijver werd gedempt maar zijn vorm is nog herkenbaar in een braakliggend perceel aan de steenweg. De Molenbeek werd halfweg de 20ste eeuw naar een reeds eerder bestaande beekvertakking omgeleid, ten westen van de oude loop en krijgt daar ook de naam Lellebeek. In het Hellebos is de oude Molenbeek gedegradeerd tot een nog goed zichtbare maar naamloze sloot.
De Veerlebeek (Beversluisbeek) uit Steenokkerzeel loopt vanaf het einde van de de Ribaucourtdreef over 230m parallel met de omgeleide Molenbeek. Kort daarna mondt de Veerlebeek uit in de Perkse Leibeek. Tenslotte verenigen zich de Molenbeek en de Leibeek tot de Barebeek. Dit is de officiële interpretatie, maar het zou logischer zijn de Molenbeek te beschouwen als de bovenloop van de Barebeek.
De Reisembeek is 1,9 km lang en loopt integraal binnen Kampenhout. Ze ontstaat als samenvloeiing van leibeken in het Silsombos en loopt dan kaarsrecht langsheen de Reisemstraat tot aan de Waterstraat, volgt dan die straat over enkele tientallen meter om dan aan de overkant noordwaarts te stromen naar de Weesbeek, vlak bij het noordelijke aquaduct van de Molenbeek in het domein van Wilder. Daar ontvangt ze de onopvallende 1,2 km lange Gretsebeek. Vlakbij de Waterstraat ontvangt ze nog een naamloze leibeek vanuit het domein van ter Balkt (1). Het is opmerkelijk dat de baangrachten langs de Waterstraat niet minder dan 4 beken met elkaar verbinden: Gretsebeek, Reisembeek, Molenbeek en Weesbeek. Maar is deze Reisembeek wel .... de Reisembeek? Er zijn meerdere argumenten om deze vraag te stellen. Volgens landmeter Lowis (2de helft 17de eeuw) was de Reisembeek een grensbeek tussen Nederokkerzeel en Erps, vloeiend naar de Molenbeek, naar de plek waar thans de 'Zwarte Madam' staat. De huidige Reisembeek heeft een heel andere loop. Meerdere documenten tonen aan dat de naam Ransembeek of Reisembeek vroeger gebruikt werd voor het traject van de huidige Weesbeek in Erps-Kwerps (zie de tekst over de Weesbeek). Nogal een identiteitsverwarring die nog verklaring nodig heeft. Dit belet niet te genieten van het afwisselend natuurlijke en rurale landschap waarin de huidige Reisembeek stroomt.
Zie Torfbroekleibeek
Deze weinig opvallende beek is slechts 2,1 km lang. De Torfbroekleibeek loopt strak langsheen de trage weg 'Lange Bunder', aan de rand van het oostelijke 'been' van het Hellebos. Vroeger begon de beek aan de rand van het Torfbroek dat enkele honderden meter zuidwaarts van ligt, vandaar haar naam. Het voormalige kasteel Clippersteyn (hoek Schoolstraat en Kutsegemstraat) lag aan deze beek.
Op een kaart van de gemeente Berg van 1877 zien we nog dat die beek inderdaad uit het Torfbroek stroomde, langs de huidige Gemeenteweg.
Waar de Schoolstraat en de Middenstraat kruisen ontving ze de nu ook verdwenen Pastoorsleibeek. De Torfbroekleibeek werd in het eerste kwart van de 20ste eeuw geleid in de baangracht langs een nieuw segment van de Perksesteenweg, in het smalste deel van Berg, ter hoogte van het latere Ons Tehuis Brabant (1). De monding in de Barebeek is goed te zien net voorbij de ingang van OTB. Doorheen de oostelijke lob van het Hellebos (2) loopt de bijna 1 km lange Tisseltbemdgracht die uitmondt in de Torfbroekleibeek, waar de trage weg Langebunder en de Hellebosstraat elkaar treffen, aan een kleine woonwijk. Het is bekoorlijk om dit permanent stromend bosbeekje te beschouwen als een meer oorspronkelijk waterloopje dat bovendien nog binnen de bedding van de fossiele Demer stroomt. De Torfbroekleibeek langs de Lange Bunder zou dan een omleidingsgracht zijn.
De Weesbeek is officieel iets meer dan 18 km lang waarvan 7,5 km op Kampenhouts grondgebied. Ze ontspringt in Erps-Kwerps tussen de Engerstraat en de Kammestraat. We komen ook de namen Wiesbeek, Weesebeek, Wesenbeek en nog andere naamvarianten tegen. Zo zou Ruisbeek ook een oudere naam geweest zijn. Historische documenten plaatsen ons voor een raadsel betreffende de naamgeving van de beek: zo draagt de Weesbeek in Erps-Kwerps ook de naam 'Reisembeek' of met een variante 'Ransembeek' terwijl er thans een aparte beek bestaat met de naam Reisembeek. In de rubriek over de Dodebeek wordt een hypothetische (pre)historische relatie met de Weesbeek vermeld.
Aan het bekenlandschap is in de loop van de geschiedenis heel wat aangepast en de Weesbeek is hierbij zeker een belangrijk element geweest.
Aan de grens met Boortmeerbeek mondt de Molenbeek uit in de Weesbeek, en officieel mondt de Weesbeek uit in de Dijle te Hever. Maar het wordt ook anders geïnterpreteerd, de Weesbeek mondt uit in de Molenbeek! In elk geval hebben de Weesbeek en de Molenbeek structureel en functioneel een intieme relatie. De meest intrigerende hiervan is het feit dat de Molenbeek via twee aquaducten overheen de Weesbeek loopt: de Stenen Goot (3) aan de rand van het Silsombos en een tweede 'goot' in het domein van Wilder. In dit domein wordt thans een deel van het water van de Molenbeek in de Weesbeek gestort.
Enkele andere historische monumenten en sites begeleiden de beek: het Hof ter Bruggen (het 'Rattenkasteel') (1) en de Ransomhoeve in Erps-Kwerps; Ruisbeek met het verdwenen kasteel en het nog bestaande Hof van Ruisbeek (4); de wijk Geilroede (5); het prachtige samenvloeiingsgebied van Weesbeek, Molenbeek en Weisetterbeek; de Brughmolen in Boortmeerbeek. Er was een watermolen in Ruisbeek die vanaf 1629 fungeerde als olieslagmolen.
De Zeypestraat heette vroeger Beekstraat ter hoogte van de wijk Geilroede, waar de weg langs de Weesbeek liep. Op die plek kunnen we ons nog een vroegere voorde voorstellen (een doorwaadbare plek), waar nu een betonnen plaat als brug dient.
Deze beek is 10 km lang waarvan 6 in Kampenhout. Haar naam ontleent ze aan het gebied Weisetter dat naast het gelijknamige bos de site van het huidige industrie- en handelsterrein rond Kampenhout-Sas omvatte. De beek ontspringt in Veltem-Beisem, slechts een paar honderd meter van de oorsprong van de Lipsebeek die in Tildonk in de Dijle uitmondt. Daarna kronkelt ze zich door een beemden- en boslandschap nabij de Haachtstraat. In een enigszins gekanaliseerde bedding loopt ze doorheen het Langenbos (deel van het Kareelbos). Aan de Schoonstraat aanbeland wordt ze de beek van Buken.
Dan stroomt ze onder de Mechelsesteenweg en daarna doorheen de Assentse Dries. Ze maakt met een wijde boog een traject om ter hoogte van de voormalige veilingsite (1) onder beide steenwegen te duiken en dan via de Vogelzangwijk terecht te komen in het Weisetterbos. De Weisetterbeek passeert langs de Sint-Jozefshoeve (2) (grens met Boortmeerbeek) om er een prachtig landschapsgeheel mee te vormen. Al meanderend langs een fraai bebost tracé mondt ze tenslotte uit in de Weesbeek.
Op de kaart van Villaret (1748) wordt de Sint-Jozefhoeve "Cense de Laubeeck" genoemd, bij Ferraris (1770-75) is het "Hoff ter Lombeeck". Vinden we hier een oude alternatieve naam van de beek? Met een knipoog naar de Dodebeek moeten we met Lauwers ook de namen Rottebeek en Doybeke vermelden.
Geïnteresseerden die de tentoonstelling van 19/10/2021 tot 07/11/2021 hebben gemist of de posters nog eens rustig wensen door te nemen vinden hieronder de PDF-versie (opgepast: 27 MB).
Tentoonstelling 'Wegen ontmoeten beken' in 24 panelen (pdf).