Stamenee
Het probleem is al jaren gekend. De Vlaamse dialecten gaan met rasse schreden achteruit. Dit is ook het geval met Kampenhouts dialect of beter gezegd het dialect van de omliggende gemeenten want een dialect beperkt zich niet tot de grenzen van één gemeente. De oorzaken zijn velerlei: de mobiliteit van de mensen, de hogere vorming, de verschillende acties van instellingen en organisaties in de zestiger en zeventiger jaren voor zuiver taalgebruik waaronder 'Hier spreekt men Nederlands' op de BRT. Het Kampenhouts dialect behoort tot de Brabantse dialecten met invloeden van het Leuvens en Brussels dialect. Ook Franstalige woorden hebben het lokaal dialect beinvloed, denken we aan de woorden pertang (pourtant), veture (voiture), stamenee (estaminet), krejon (crayon), cammejon (camion), pardessu e.a.
Laten we even stilstaan bij het woordje stamenee. Dat dit woord stilaan aan het verdwijnen is heeft niet alleen te maken met de achteruitgang van ons dialect maar ook met verdwijnen van de herbergen zelf. Wie goed rondkijkt in onze gemeente moet vaststellen dat de echte stamenees zeldzamer worden. Zij zijn op een hand te tellen. Een echte stamenee beperkt zich tot een drankgelegenheid met of zonder caféspelen. Er wordt al eens een kaartje gelegd. Mogen wij ze even vernoemen ? At George (Relst), Sint-Jozef (Relst), De Zes Linden (Nederokkerzeel), Beire Fluit (Nederokkerzeel), Den Biechtstoel (Kampenhout). We willen echter niemand voor het hoofd stoten en voegen er ook nog Terelst (Relst) en het gezellige Bergse eetstamenee Onder den Toren aan toe.
Auteur: Willy Schoevaerts