Nicolaus Blockmans zijn twee zonen en twee stiefzonen (Hasaerts) de vechtersbazen van Nederokkerzeel (anno 1729).
Schepengriffie Nederokkerzeel register 5898, dd. 14.09.1729.
bewerkt door J. Servranckx
Informatie preparatoir genoemd ter instantie van Engelbert Poets loco des Meijers over eenige quetsuren gedaen in den persoon van Jan Willems gebortigh ende Ingezetene Cleermaecker deser, onser heerlijckheijt van Nederockerzeel.
Coram den voorm. officier q: Guill. Wauters ende Jan de becker schepenen desen 14e 7bris 1729.
Overhoort den voorm. Jan Willems verclaeren ende indes selfs handen geëedt, oudt ontrent de 46 Jaeren te wesen, dat hij attestant op maendagh lest gepasseert wesende de 12 deser maent 7bris 1729 ontrent den negen uren savonts is gegaen naer de parochie van Campenhaudt om aldaer afte halen sekeren Guill. Boecx met sijn compagnie ende comende tot in de parochie van het voorschr. Campenhoudt ontrent het huijs postehoff competerende aen Hendrick Pops alwaer hem deponent tegen quaempt Nicolaus Blockmans pachter ende ingesetene deser voorschr. Heerlijckheijt van Nederockerzeel, beneffens eene andere mans persoon sonder dat hij deponent den selven posetief is kennede waer tegens hij deponent was vraegende onder andere ofte hij van de kermisse quaemen, waerop ditto Blockmans was antwoordende tegens hem deponent dat hij eene papen klapper was, ende dat hij sijde ich sal u mordien wat geven ende ten selven teijde heeft den voorm. Nicolaus Blockmans den stock van hem deponent afgenomen ende daer mede hem deponent geslaeghe, den eersten slagh sijnen slincker arm, ende daer naer hem deponent noch different slaeghen gegeven soo op sijne schoudere als op sijnen cop, waer door hij deponent een gat in sijn hooft heeft gekregen als oock differente bloodtsen, als wanneer deponent aen ditto Blockmans was seggende waeromme dat hij hem was slaegende waermede hij Blockmans een wijnigh was retirenende, als wanneer ditto Blockmans wederom is gekomen naer hem deponent ende hem deponent opeen nieff differente slaeghen gegeven op sijn benen, waerdoor sijn slinck been gequetst is, als wanneer hij deponent heeft help geroepen tot drij mael toe waermede hij Blockmans hem heeft geretireert ende hem deponent verlaeten. Gevende Redene van wetenschap dat het gene aen hem deponent al soo is gebeurt, ende al soo gehoort ende gesien heeft, bereedt sijnde dese sijne depositie alreijt met Eedt te vernieuwen ende hetcennen dae aensocht te worden ende naer voorlesinghe heeft hij deponent daer bij gepresisteert ende onderteeckent.
Jan Willems (mooi geschreven)
ij present quod attestor
G. Gansemans Greffier 14 7bris 1729.
register 5899,
Notaris Gansemans 13.03.1733.
Informatie preparatoir genoemd ter instantie van G. de Cuijper geautoriseerder meijer. Coram Judocus de Busscher, Geeraert van de Put, Guill. Guill. de Becker & Jacobus Stevens schepenen deser Heerlijckheijt van Nederockerzeel dersen 13 maije 1733 & dat over eenige vechterije binnen dese parochie gecomiteert op sondagh wesende kermisdagh lest gepasseert.
Eerst overhoort Leo Franc. de Mees Chirurgijn woonende tot Campenhoudt hier toe gedaeght per den officier Engel Poets ut retulit in Inditio geborticht der stadt van Mechelen & gestelt in Eedt in handen van de voorschr. meijer, den welcken verclaert waerachtigh te wesen dat hij deponent op gisteren hem in sijne qualiteijt heeft getransporteert ten huijse van Engel Mattheijs ingesetene van het voors. Campenhoudt ingevolghe ten versuecken vanden voors. meijer ende den selven aldaer bevonden sittende in sijne keucken dat hij deponent den selven Mattheijs hem heeft ondervraeght hoe & op wadt mannieren hij hem gevoelde, dat hij deponent den voorm. Mattheijs heeft gevisiteert aen den hoofden, al waer hij deponent op de rechte sijde in de slaght van sijn hooft heeft bevonden dat de musculi temporalis door gedauwen waeren en dat deselve rechte ooghe seer gecorrompeert en blauw was, dat hij deponent oordeelt dat de voorm. doorgedaude musculi temporales & de blauw oogh moet voorts gecomen sijn soo van eenen stamp met de voet slagh ofte dergelijcx, dat hij deponent ditto Mattheijs noch voorders heeft gevisiteert, ende bevonden boven de sentuege in sijne hope van het rechte been, dat de selve hope ende been sterck geforceert gecontuengeert & geplecteert was, soo dat de selve hope & het been schallie blauwt was sinde, dat hij deponentden selven Mattheijs heeft ondervraeght ofte hij wel conde gaen, dat ditto Matheijs hem deponent heeft geantwoordt van dat hij seer weijnigh conde gaen & was het saecke hij over eene stap ofte stichem moeste gaen dat sijne cop soude draijen & niet en soude connen overgaen, dat hij deponent noch voorders hem Mattheijs heeft ondervraeght waer hij dusdanighe gesteltenisse hadden becomen, dat ditto Mattheijs het selve heeft verclaert het selven gecreghen heeft tot Nederockerzeel ende dat door seckeren Blockmans & sijne soene, dat hij deponent voor noch terteijt niet en aan deponente ofterlancx daer eenigh perirrijckel van de dood soude commen te veroorsaecke, maer datter uijt de voorm.contugie van den hooft en eens de waerheijt souden conne voortscomen. Gevende hij deponentredenen van wetenschap dat hij den selven Mattheijs op gisteren nae de middagh alsoo geviciteert & bevonden te hebbe, met door den selveaen hem deponent gedaen de oveng. verclaring en naer voorlesinghe heeft hij deponent daer bij gepersisteert & onderteeckent.
Leo de Mees
mij present quod attestor G. Gansemans Notaris 13.03.1733.
Eodem die overhoort Servaes Matthijs oudt ontrent de dertigh jaere gebortigh & ingesetene alhier, hier toe gedaeght per den officier Engel Poets ut retulit, geéedt in handen vande voors. meijer den welcke verclaert waerachtigh te wesen dat hij deponent op den 10de maije lest leden hem heeft begeven ten huijse van Cornelius Peeters herrebergier alhier, in de keucken ontrent den avont, dat hij deponent dat hij deponent aldaer eenighe tije heeft verbleven, dat middeweijrentijt hij deponent aldaer heeft gesien met naeme Jan Elaerts, den voorm. Cornelius Peeters, Judocus Tael, Rombaut Wauters & Nicolaus Blockmans met sijne twee schoon soenen ( = Stiefz.) met naeme Jan & Rombaut Hazaerts, dat hij deponent als dan oock heeft gesien dat de voorm. Nicolaus Blockmans aen Engeel Mattheijs heeft gegeven met sijn handt eene slagh in sijn aensight op sijne ooghe, dat op de voorn. slagh de voornoemde Jan & Rombaut Hasaerts den voorm. Engel Mattheijs hebben aengepackt ende alsoo ter aerde gecregen, tot in den ganck buijten de voorm. keucken, ende nae eenighe corten teijt daer naer is den voorm. Engel Mattheijs alsdan andermael in de voorm. keucken gecomen als wanneer hij deponent heeft gesien dat den eertsgenoemde Engel Matthijs gecregen hadde een blauw ooghe, gevende hij deponent redenen van wetenschap dat het gene voorm. hem alsoo is gebeurt, gehoort & gesien heeft, & naer voorlesinghe heeft hij dat gepresisteert & onderteeckent.
Dit is het merck van + Servaes Mattheijs verclaert niet te connen schrijve.
Mij present quod attestor G. Gansemans Greffier 13 maij 1733.
De post over hoort Sr. Judocus Tael gebortigh & ingesetene der voors. Heerlijckheijt van Nederockerzeel oudt ontrent de twee en viertigh jaeren hier toe gedaeght per den officier Engel Poets & gestelt in eede ad manis pretorus den welcke verclaert ter instantie van den voorm. meijer waerachtigh te wesen dat hij deponent op sondagh lest gepasseert is geweest ten huijse van Cornelis Peeters herreberghier alhier vergeselschapt met Engel Poets, Cornelis Peeters, Rombaut Wauters & Jan Elaerts, dat onderandere aldaer ontrent de neghene is gecome Engel & Servaes Mattheijs de welcke al daer oock waeren drinckende, dat cortentijt daer naer aldaer oock is gecomen Nicolaus Blockmans den welcke eenighe woorden ontmoet heeft tegens Engel Mattheijs, dan ondertusschen heeft den voorm. Nicolaus Blockmans hem ditto Mattheijs toegesprocken met dese woorden " gij mordien schurftighe hondt " & aldaer mede eene slagh gegeven met sijn hant op den cop van de selve Engel Mattheijs, ende een wijnigh daer naer heeft den selve Mattheijs aen ditto Blockmans gevraecht waerom hij hem was slaegende, op den selven teijde heeft ditto Mattheijs eenen anderen slagh gekreghe sonder dat hij deponent can seijghe wie hem bijde toebracht, dat op den selven tweede slagh aldaer ten voorn. huijsen van ditto Peeters in de keucken is in gecomen Jan Haesaerts schoon soene ( = stiefzoon) van de voorm. Blockmans den welcke ten selventeijde den voorn. Mattheijs tot twee slaeghen hem heeft gegeven, waer mede ditto Mattheijs tot in de deure van de keucke is nedergevallen ende alsoo geraeckt tot in het voorhuijs buijten de keucken, alwaer hij deponent al noch voorder gerucht heeft gehoort, dat als ontrent een quartier uers daernaer aldaer ten voors. huijse is ingecomen Jan Willems ingesetene alhier den welcken verclaerde dat hij daer aenstons op het kerckhoff aen den stap ofte veken ? aldan van Rombaut Hasaerts schoon soene van ditto Blockmans ses à seven slaeghen om sijnen cop hadden gekreghen waer mede dat hij verclaerde ter aerde gevallen te hebben,dat hij deponent. de voorm. sWillens heeft gesien een wijnigh bebloedt in sijn aensight & een crabbeken was hebbende in sijn aensight, Redenen van wetenschap gevende dat hij deponent tgene voorm. is alsoo heeft gehoort & gesien & naer voorlesinghe heeft hij dat bij gepersisteert & onderteeckent.
Judocus Tael (mooi geschreven)
mij present quod attestor G. Gansemans Greffier 13maij 1733.
Continuerende & Comparerende Rombaut Wauters bediende de costerije alhier oudt ontrent de negenentwintigh jaere gebortigh derser parochie gedaeght door Engel Poets officier ut retulit geëedt door den meijer alhier, den welcke ter instantie als vore verclaert waerachtigh te wesen dat hij deponent op sondagh lest gepasseert is geweest ten huijse van Cornelis Peeters herrebergier alhier vergeselschapt met Engel Poets, Cornelis Peeters, Judocus Tael & Jan Elaerts dat onderhandere aldaer ontrent den avont vanden selven dagh is ingecomen Engel & Servaes Mattheijs dat hij deponent ten selven teijde aldaer heeft gesien sekeren Nicolaus Blockmans den welcken eenighe woorde ontmoet heeft tegens den voorm. Engel Matheijs, dat den deponent aldaer eenighe slaeghe heeft hooren geven sonder te weten aen wie, ofte door wie de selve sijn gegeven, dat hij deponent volgens sijn best gordt dencken aldaer oock heeft sien incomen Jan Hasaerts schoon soen van ditto Nicolaus Blockmans, den welcken hij deponent heeft gesien dat ditto Jan Hasaerts sijne handt heeft op geheven sonder dat hij deponent can segghe dat ditto Jan eenen slagh aen iemant soude hebbe toegebracht, dat hij deponent eenighe gerucht aen de voordeure van den selve huijsen heeft gehoort dat wijnigh daer naer aldaer in de keucken naderhandt is ingecomen den voorm. Engel Mattheijs den welcken aen sijne ooghe eene opgeswollenheit was hebbende, dat als dan ontrent een quartier uer daernaer aldaer ten voors. huijsen is ingecomen Jan Swillens ingesetenen alhier, den welcken verclaerde dat hij daer aenstons op het kerckhoff aende stap ofte veke (= slagboom) aldaer van Rombaut Hasaerts schoon soene van ditto Blockmans eenighe slaeghen om sijne cop hedden gecreghen dat hij deponent den voors. Swillens heeft gesien een wijnigh bebloedt & dat hij een cleijn crabbeken in sijn aensight was hebbende gevende hij deponent voor redenen van wetenschap van tgene voorm. het selve alsoo gesien & gehoort te hebbe & naer voorlesinghe heeft hij daer bij gepresisteert & onderteeckent
Rombaut Wauters (mooi geschreven)
mij present quod attestor G. Gansemans Greffier 13 maij 1733.
De post overhoort Cornelis Peeters gebortigh van Melsbroek (niet gevonden) & woonachtigh als herrebergier alhier oudt ontrent de vierendertigh jaeren hiertoe gedaeght per den officier Engel. Poets ut petulit & geëedt adrianus pretoris dewelcke verclaert te instantie als boven waerachtigh te wesen dat hij deponent op sondagh lest lede ten sijne huijse vergeselschapt is geweest met Engel Poets, Rombaut Wauters & Jan Elaerts dat onder andere aldaer ontrent de neghen uere savonts ten sijne huijse sijn in gecomen Engel & Servaes Mattheijs welcke aldaer een pint hebben gecomandeert, dat corte tijt aldaer oock is gecomen Nicolaus Blockmans den welcken eenighe woorden ontmoet heeft tegens Engel Mattheijs, dat den voorm. Blockmans aenden voorm. Mattheijs een flonck om sijne cop heeft gegeven, dat hij deponent in sijnen huijsen alsdan heeft gesien Jan Hasaerts schoon soene van de voorm. Blockmans, dat hij deponent als dan hem heeft geretireert tot on sijne deponents camere al waer eenighe jonckheit bijeen was vergaedert, dat hij deponent eerste daer naer in sijne keucken andermael heeft sien incomen den voorm. Engel Mattheijs den welcke aen hem deponent was vraegende hoe vele datter quaedt was dat hij deponent ten selven teijde heeft gesien dat ditto Engel Mattheijs eene opgeswollenheijt & blauwighheijt aen sijne oogh was hebbende dat wijnighteit daer naer ten huijse van hem deponent is in gecomenan Swillens den welcke om twee oorden brandeweijn was comanderende ende verclaerde dat hij dat hij daer aenstons op het kerckhoff ofte aen den stap ofte veken aldaer van Rombaut Hasaerts schoon soene van de meer geseijde Blockmans eenighe slaeghe op sijne cop hadde gecreghe, dat hij deponent heeft gesien dat de voorn. Swillens een crabbeken oft placxken op sijne kaecke was hebbende waeraen een wijnigh bloet was hangende. Gevende redene van wetenschap dat hij deponent t'gene voors. is alsoo heeft gehoort & gesien ende naer voorlesinghe heeft hij daerbij gepresisteert & onderteeckent.
Cornelius Peeters (schrijft mooi)
mij present quod attestor G. Gansemans Greffier 13 maij 1733
Alnoch overhoort Jan Elaerts gebortigh van Everbergh (niet gevonden) & woonachtigh alhier oudt ontrent de sevenentwintigh jaere hiertoe gedaeght per den officier Engel Poets & gestelt in eedt in de handen vande voors. meijer den welcke ten sijndts Requisitie verclaert waerachtigh te wesen dat hij deponent op sondagh lest gepasseert is geweest ten huijse van Cornelis Peeters herrebergier vergeselschapt van Engel Poets, Cornelus Peeters, Rombaut Wauters & Judocus Tael, dat hij deponent ontrent de avont ten huijse voorn. heeft gesien Engelb. & Servaes Mattheijs de welcke aldaer waeren drinkende, dat hij deponent ten selve tijde ten huijse voorn. in de keucken aldaer heeft gesien Nicolaus Blockmans, den welcken eenighe woorden heeft ontmoet tegens den voorm. Engel Mattheijs, ten welcken teijde hij deponent heeft gesien dat de voorm. Blockmans aende voorm. Mattheijs eene floncke ofte vuijst was toe brengende waer door ditto Matheijs achterwaerts was botsende dat ten selven teijde als dan in de voorkeucken is gecomen Jan Hasaerts schoon soene van de voorn. Blockmans den welcke den voors. Engel Mattheijs twee slaeghen heeft sien geven met sijne handt, waerdoor de voors. Mattheijs een weinigh booghde, waermede sij tot in den voorganck vande voorhuijse geraeckt sijn, & aenwat hij deponent alnoch eenich voorder gerucht heeft gehoort, & corts daerna heeft hij deponent andermael de voorm. Mattheijs in de voorkeucken sien komen sonder geleth te hebbe ofte hij eenighe quetsure hadde becomen als wanneer andermael den deponent heeft alsdan gesien incomen Jan Swillens ingesetene alhier den welcken alsdan aldaer verclaerde dat hij daer aenstants op het kerckhoff aenden stap ofte veken (slagboom) aldaer van Rombaudt Hasaerts schoon soene van ditto Nicolaus Blockmans eenighe slaeghe om sijne cop hadde gecreghen, als wanneer hij deponent den selve Swillens heeft gesien een wijnigh bebloedt ende een crabbeken in sijn aensicht was hebbende.
Gevende voor redenen van wetenschap dat hij deponent tgene voors. is alsoo gehoort & gesien heeft & na voorlesinghe heeft hij deponent daer bij gepersisteert & onderteekent.
Jan Elaerts (schrijft zijn naam ) mij Present quod attestor G. Gansemans Greffier 13 maij 1733.
Finaleijck overhoort Jan sWillens Ende gebortich & woonachtigh binnen dese voors. parochie oudt ontrent de vijftigh jaere hiertoe gedaeght per den officier Engel. Poets ut retulit & gestelt in Eedt in handen vande voorm. meijer den welcken comparant tot requisitie vanden voorm. meijer verclaert waerachtigh te wesen dat hij deponent op sondagh savonts wesende den 10e deser is gecomen over het kerckhoff alhier alwaer hij deponent vinden staen heeft Jan & Rombaut Hasaerts tegens die dewelcke hij deponent was seggende altesaemen een goede avont, waerop den voorm. Rombaut Hasaerts hem deponent vijff ofte ses slaeghe heeft gegeven met sijne vuijste op den cop van hem deponent & ten selven teijde hem deponent gestoote over den stap van het kerckhoff waerdoor ditto deponent ter aerde was gevallen, als wanneer den voorm. Rombaut Hasaerts tenteijde in het geven der voorm. slaeghe ophet voors. kerckhoff aen hem deponent was seggende, dat is voor de clappen, door welcke slaeghe hij deponent een weijnigh gequetst was met een schrabbeke aen sijne kaeke ende oock een weijnigh bloed daer door veroorsaeckt is, als wanneer hij deponent is gegaen in het huijs van Cornelius Peeters & aldaer een weijnigh brandewijn gedroncke, gevende hij deponent redene van wetenschap tgene voorm. hem alsoo gebeurt te wesen & dat hij die voorm. twee persoone seer wel was kennende & naer voorlesinghe heeft hij dat gepersisteert & onderteeckent met voorder verclaere alteijt bereet te wesen deser sijne depositie andermael met Eede te vernieuwen
Jan swillens (schrijft zijn naam)
mij present quod attestor G. Gansemans Greffier 13 maij 1733
Aldus gedaen & overhoort desen voor 13 maije 1733 Coram als hier vorens in het crochemium uitgedruckt staet quod attestor
G. Gansemans Greffier 13 maije 1733.
13 maije 1733 Coram als hier vorens in het crochemium uijt gedruckt staet
quod attestor. G. Gansemans Greffier 13 maije 1733.
Voorts gegaen met de voors. informatie preparatoir desen 27 maije 1733.
Coram als hier navolght.
Dijen volgende overhoort Engel Mattheijs gebortigh alhier & woonachtigh tot Campenhout hiertoe gedaeght per den officier Engel Poets, denselve comparant oudt ontrent de sevenentwintigh jaere, ende gestelt in Eede in handen van de voorm. meijer, den welcke verclaert so hij ter requisitie als voere doet mits desen waerachtigh te wesen dat hij deponent opden 10de deser wesende eene sondagh binnen Nederockerzeel gecomen is savonds ontrent den acht a negen uere ten huijse van Cornelius Peeters herrebergier alhier, vergeselschapt onder andere met Servaes Mattheijs alwaer hij deponent onder andere gesien heeft Nicolaus Blockmans welcke ditto Blockmans hem deponent eenen slagh heeft toe gebracht met sijn handt op sijn deponents voorhooft met welcke slagh hij deponent geleijck buijten kenisse tot in het voorhuijs aldaer, alwaer hij deponent ter aerde gevallen is & noch voordere stampen ende slaeghen becomen heeft soo op sijn hooft in sijne aensicht als op sijns deponents heupe, sonder dat hij deponent can segghen wie hem die stampen & slaeghen heeft toe gebracht dan wel wetende datter differende daeraen besigh waeren, sonder dat hij deponent Imant als dan heeft connen kenne, & is hij deponent oock op geraeckt ende uijt hunnen handen los gecomen sonder dat hij is wetende op welcker wijze, ten welcken teijde hij sodanigh getracteert geworden is dat hij geleijck creupel was, ende op sijn hooft differente contugies was hebbende soo danigh dat hij deponent tot op den dagh van heden niet ten volle genesen en is, aen welcke contugie als andere seerachtighe plaetse den chirurgijn van Campenhoudt tot ontrent de seven reijse over hem gevisiteert heeft, ende oock en heeft hij deponent daer door tot op den dagh van heden niet connen wercken principaeleijck door de peijne degene hij deponent in sijne heupe & slinksebeen daer door becomen heeft, welcke sijn werck hem deponent oock door den voors. chirurgijn verboeden is ter oorsaecke dat hij lancx daer in sijne voors. heupe andere accidente soo van het liever als dat andersints veroorsaeckt soude, al hoewel hij deponent daer toe niet bequaem en was Gevende hij attestant Redenen van wetenschap dat het gene voorm. hem alsoo is overcomen gehoort gesien ende gevoelt heeft bereedt sijne dese andermael met Eedt te vernieuwen des aensoght te worden & naer voorlesinghe heetf hij deponent daer bij gepersisteert & onderteeckent.
Engel Matthijs (schrijft mooi)
mij present quod attestor G. Gansemans Greffier 27 maije 1733.
De post overhoort Peeter Hemeleers gebortigh ende woonachtigh alhier, oudt ontrent de 30 jaere hiertoe gedaeght per den officier Engel Poets ut retulit & gestelt in Eede ad manus pretoris den welcken verclaert mits desen ter instantie als voere waerachtigh te wesen dat hij deponent comende aen het kerkhoff aldaer op den 10e deser savons ontrent den neghe uere als het doncker was als wanneer hij deponent gesien heeft datter eenighe persoonen stonden op het kerckhoff aen het veken, als wanneer daer ontrent oock stont Jan Hasaerts sonder det hij deponent can segghen ofte ditto Hasaerts op het voorn. kerckhoff stont ofte van buijten tegens den muer welcken Hasaerts aen hem deponent was seggende den goeden avont naer dat hij deponent den goeden avont geweest hadde sonder dat die persoon dewelcke als dan aldaer op het kerckhoff was staende door den doncker was kennende, ende is den deponent gegaen in het huijs van Cornelius Peeters als wanneer aldaer in quampt Jan Swillens den welcke aldaer verclaerde datij op het kerckhoff eenighe slaeghen gecregen hadde, & dat van Rombaut Hasaerts broeder van Jan voorn. Gevende hij deponent redenen van wetenschap dat het gene voors. is hem al soo gebeurt is & gehoort heeft, bereedt sijnde als aensoght te worde andermael met Eedt te vernieuwen & naer voorlesinghe heeft hij daer bij gepersisteert & onderteeckent.
Peeter Hemelaerts
Quod attestor G. Gansemans Greffier 27 maije 1733.